De Nederlandse opsporingsdiensten hebben in 2017 meer informatie opgevraagd bij telecom- en internetproviders dan het jaar daarvoor. Dit is de eerste stijging sinds 2012.
Dat blijkt uit Jaarverslag van het ministerie van Veiligheid en Justitie. In totaal zijn er 2.027.716 keer gegevens zijn opgevraagd over personen, een stijging van twintig procent. In 88% van de gevallen leverde het informatieverzoek resultaat op. De opvragingen werden gedaan door verschillende politiekorpsen, inspecties, maar ook de Belastingdienst.
In 2009 vroeg men de meeste gegevens op, maar liefst 2,9 miljoen keer kreeg een provider het verzoek voor het delen van gegevens. In 2012 zette er een duidelijke daling in, dat resulteerde in 1,68 miljoen opvragingen in 2016.
Het gaat hierbij om verzoeken om gegevens via het centrale CIOT-bevragingspunt in te zien. Dit systeem stuurt de verzoeken door naar telecom- en internetproviders. Providers bewaren hun klantgegevens 24 uur in een zogeheten black box. Deze gegevens kunnen opsporingsdiensten helpen naw-gegevens te achterhalen.