Zsolt Szabo, momenteel vicepresident bij Capgemini Nederland, is de beoogde opvolger van Alexandra van Huffelen als staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties en Digitalisering. In die rol mag hij in het nieuwe kabinet de digitalisering van Nederland aanjagen.
Dirk Beljaarts wordt genoemd als minister van Economische Zaken (EZ) in het nieuwe kabinet-Schoof. Als zodanig draagt hij onder andere de verantwoordelijkheid over innovatie en de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI). De RDI is toezichthouder op de Nederlandse digitale infrastructuur, bijvoorbeeld telecom, internet, cybersecurity en de digitale veiligheid van smart devices. Zo regelt de organisatie de aanstaande 5G-frequentieveiling. Beljaarts was sinds 1 februari 2019 algemeen directeur van Koninklijke Horeca Nederland.
Zowel Szabo als Beljaarts zijn namens regeringspartij PVV voorgedragen als bewindspersoon. Hun benoeming is nog niet definitief en moet nog door het parlement worden bekrachtigd.
Petra Claessen, voorzitter BTG: “We zijn verheugd met de bekendmaking van de opvolgers van Alexandra van Huffelen en Micky Adriaansens. We wensen hen veel succes en kijken uit naar een constructieve samenwerking om Nederland als technologisch koploper op de kaart te zetten. Tegelijkertijd blijven we sterk pleiten voor een minister voor Digitale Zaken, gezien het cruciale belang van digitale innovatie voor de groei en toekomst van Nederland.”
Zsolt Szabó (1961) was in de periode 2003-2006 Tweede Kamerlid voor de VVD. Hij was woordvoerder van de VVD-fractie voor ontwikkelingssamenwerking, defensie en ICT. Szabo was de afgelopen zeventien jaar als vicepresident binnen Capgemini betrokken bij de tak die zich bezighoudt met innovatie binnen de publieke sector. Hierin spelen onderwerpen als cloud computing, smart mobility, blockchain, elektronische identificatie en digitale overheid. Daarnaast is hij sinds 2010 vicevoorzitter van ECP, platform voor de informatiesamenleving.
Tussen 2003 en 2006 was Szabo Tweede Kamerlid namens de VVD, met onder meer ICT in zijn portefeuille. In die periode hield hij vurige pleidooien voor een aparte minister voor ICT. ‘We willen één bewindspersoon de bevoegdheden en macht geven. Het mooiste zou zijn als het een minister wordt op het ministerie van algemene zaken die echt zaken kan regelen’, zei hij in al 2006 tegen Computable. Hij wilde zo’n ICT-minister ook bevoegdheid geven om provinciale en gemeentelijke overheden tot ICT-samenwerking te bewegen. ‘Het moet iemand zijn die de boel kan regisseren. Die zegt: ‘met deze standaarden werken we, met deze systemen en voor die en die datum moet het zijn ingevoerd’.’
Zijn voorganger Van Huffelen was sinds januari 2022 staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties en Digitalisering, vallend onder het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Zij was de eerste die deze rol had. Voor Van Huffelen had Mona Keijzer het thema digitalisering in portefeuille van haar rol als staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat. En hoewel de formerende partijen nu wederom kiezen voor een staatssecretariaat voor het thema digitalisering is de discussie over een ICT-minister is nog niet voorbij.