Lenneke de Voogd over de rol van BTG als bruggenbouwer, ook met kennisplatform
19 dec 2024Sinds kort maakt Lenneke de Voogd deel uit van het bestuur van BTG. Na haar voortrekkersrol binnen het Do IoT Fieldlab maakt ze tegenwoordig vanuit...
Woningbouw, mobiliteit, (drink)watervoorziening, energie, klimaatadaptatie en leefbaarheid. Stuk voor stuk zijn het opgaven die een beroep doen op steeds schaarsere ruimte. In overheidsland klinkt dan ook steeds vaker het geluid dat niet álles meer kan en dat ‘pijnlijke’ keuzes gemaakt zullen moeten worden. Niet voor niets geldt de ruimtelijke puzzel als kernopgave van een publieke professional die werkzaam is in het fysieke domein. Voor het leggen van die puzzel is het van belang dat we een gedeeld beeld hebben van die fysieke omgeving. Van de overheid vraagt dat om een nieuwe benadering en werkwijze, waarbij de kansen op het gebied van data en informatietechnologie maximaal moeten worden benut.
Met groeiende opgaven en steeds minder ruimte valt het woord ‘crisis’ steeds vaker. Toch is er wat mij betreft alle reden voor optimisme. Ja, de ruimtelijke vragen zijn complex en vooral sterk verweven, maar digitalisering biedt veel mogelijkheden. En die stellen overheden in staat om sneller en breder gedragen beslissingen te nemen, waarmee die ruimtelijke puzzel kan worden gelegd. Maar dan is het wel van belang dat alle beschikbare (publieke, private en maatschappelijke) data en daarop te ontwikkelen en beschikbare informatieproducten, veel meer dan nu, benut gaan worden.
Binnen het publiek-private DMI-ecosysteem werken koplopers vanuit het digitale domein volop samen. Zij houden zich onder meer bezig met de ontwikkeling van (algemene) voorzieningen, die het mogelijk maken data veilig en vertrouwd te delen. Door de toenemende beschikbaarheid van data, kunnen ‘digital twins’ van de fysieke leefomgeving verder worden ontwikkeld èn breder worden toegepast.
Ik hoop van harte dat de traditionele werkwijze en benadering van overheden, met stapels memo’s en rapporten tot gevolg, steeds meer plaats zullen maken voor een dynamische, visuele en interactieve benadering. Deze aanpak biedt publieke professionals namelijk een nieuwe manier van communiceren vanuit eenzelfde basis, namelijk middels ‘beeldtaal’.
Deze ‘beeldtaal’ blijkt heel toegankelijk, niet alleen voor publieke collega’s, maar ook voor inwoners. Met als gevolg dat het grenzeloos uitnodigt tot samenwerking en co-creatie. En uiteindelijk leidt dat tot een verbeterd proces van (gedeelde) besluitvorming met daarbij een veel groter draagvlak. Vandaar mijn pleidooi voor een werkwijze waarbij we de kracht van verbeelding beter benutten. Ontwikkelingen, zoals digital twins, stellen overheid en samenleving in staat om letterlijk naar hetzelfde gebied te kijken met alle benodigde puzzelstukken in beeld.
Ik zie, ik zie, wat jij ook ziet. Ik zie het voor me, jij ook?
Arjan Spruijt is Omgevingsmanager DMI-ecosysteem. Het Dutch Metropolitan Innovations (DMI)-ecosysteem voorziet de domeinen van mobiliteit, openbare ruimte en woningbouw van nieuwe instrumenten vanuit de digitale wereld. DMI is mede mogelijk gemaakt door het Nationaal Groeifonds. Arjan is verder Bestuurslid van FUTUR Jonge ambtenaren netwerk