Onderzoeksbureau Dialogic verkent in een nieuw rapport de ontwikkeling van 5G naar 6G mobiele communicatietechnologie. De focus van de verkenning ligt op de innovatiekansen voor Nederland. Het rapport geeft inzicht in de mondiale ontwikkelingen en de positie van het Nederlandse onderzoeks- en innovatie-ecosysteem hierin en biedt hiermee inzicht in interessante kansen voor marktspelers. Het rapport is opgesteld in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Sterktes
Uit het onderzoek komen kort samengevat de volgende sterktes van Nederland (geredeneerd vanuit het Nederlandse ecosysteem) naar voren:
Nederland beschikt over een goede positie als toeleverancier van halfgeleiderproducenten. Nederlandse, en in Nederland gevestigde, bedrijven als ASML en ASMI zijn wereldwijd toonaangevend als het gaat om het leveren van producten voor de halfgeleiderindustrie. De exponentiële ontwikkelingen op het gebied van halfgeleiders hebben een zeer brede economische en maatschappelijke impact, maar drijven nadrukkelijk ook de ontwikkelingen in het 5G/6G-ecosysteem. De vraag naar chips – mede als gevolg van de uitrol van 5G – neemt sterk toe.
Nederland kent een sterke positie als producent van halfgeleiders. Het Nederlandse NXP produceert halfgeleiders die hun weg in diverse delen van het 5G/6G-ecosysteem terugvinden. Daar staat tegenover dat er wereldwijd meerdere van dergelijke producten zijn, en dat het Nederlandse aandeel relatief klein is. Innovatie en ontwikkeling op vlak van deze halfgeleiders is beperkt, al zijn er interessante kruisverbanden op het gebied van 6G ‘sensing’ met radar- en antennetechnologie en fotonica. Het in Nederland gevestigde Ampleon is niche-marktleider: hun technologie zit in vrijwel alle basisstations. Het aandeel van Ampleon in de totale componentenwaarde van deze systemen is overigens wel relatief klein. Tevens is Ampleon volledig in handen van Chinese investeerders. Daarnaast is er nog een aantal kleinere spelers in Nederland.
Er is verder een goed ontwikkelde consumenten en zakelijke vraagzijde van de markt. De Nederlandse markt kent een volwassen vraagzijde met sterk gedigitaliseerde en digitaliserende afnemers.
De bestaande 5G-proeftuinen dragen bij aan ontwikkeling proposities en vraagarticulatie. In Nederland is een aantal proeftuinen rondom 5G ingericht waarin diverse partijen use cases en proposities ontwikkelen op basis van 5G-technologie, en vaak gekoppeld aan sterke Nederlandse verticals.
Ook heeft Nederland uitstekende mobiele netwerken. De Nederlandse mobiele netwerken behoren tot de beste van de wereld, met uitstekende dekking, snelheid, betrouwbaarheid en capaciteit. Hoewel deze eigenschap zich niet laat exporteren maakt deze wel dat Nederlandse verticals een voorsprong krijgen bij de toepassing van nieuwe op mobiele netwerken gebaseerde diensten. Dialogic plaatst hierbij de kanttekening dat uitrol van 5G in Nederland in wereldwijde context relatief laat plaatsvindt.
De kracht is ook het aantal onderzoeksgroepen in niches. Aan onder andere de TU/e, TUDelft, UTwente en bij TNO wordt toonaangevend onderzoek uitgevoerd in specifieke aan 5G-/6G-gerelateerde niches, zoals fotonica en (millimetergolf)antennetechnologie. Het totale R&D-inspanningen van Nederland (“een aantal onderzoeksgroepen”) op het gebied van telecommunicatie zijn overigens een fractie op de mondiale R&D inspanningen (grofweg 50 miljard euro per jaar).
Zwaktes
Uit het onderzoek komen kort samengevat de volgende zwaktes van Nederland (geredeneerd vanuit het Nederlandse ecosysteem) naar voren:
Geen vendors met enige omvang. In Nederland zijn geen (vestigingen van) vendors met substantiële omvang. In de afgelopen decennia zagen we zelfs de R&D-activiteiten Ericsson vertrekken en werden ook de onderzoeksactiviteiten van KPN afgeschaald. De vendors zijn de spil in het web tussen enerzijds de toepassing (bij operators) en anderzijds de technologie. Waar in andere landen O&I kan worden geconcentreerd rond deze vendors bestaat in Nederland een gat: we beschikken over zeer fundamentele technologie (chipmachines, antennetechnologie) en bepaalde unieke toepassingsmogelijkheden, maar niet over de integratielaag ertussen. Binnen Europa zijn er twee wereldspelers: Ericsson en Nokia.
Geen big tech. Alle grote techplatforms, specifiek cloudaanbieders, komen uit Amerika: Google, Microsoft en Amazon. Weliswaar hebben zij voet aan de grond in Nederland (primair in de vorm van datacenters), maar onderzoek en ontwikkeling door deze partijen vindt nauwelijks plaats in Nederland.
Geen device manufacturers met enige omvang. De grootste spelers in deze markt (denk aan Apple, Samsung, Huawei, Xiaomi) zijn gevestigd in de Verenigde Staten, Zuid-Korea en China. Productie vindt in de meeste gevallen in (Zuid)oost-Azië plaats.
Geen internationale MNO (meer). In Nederland zijn twee mobiele netwerkoperators met een buitenlandse moedermaatschappij actief (respectievelijk Liberty Global bij VodafoneZiggo en Deutsche Telekom bij T-Mobile). Waar KPN in de jaren ’90 van de vorige eeuw nog diverse activiteiten in het buitenland ontplooide is daar heden ten dage geen sprake meer van. De landen die wel grote internationale spelers hebben, kunnen dit gebruiken om invloed uit te oefenen op de toeleverende industrie. Andersom geredeneerd: De beslissing om in Nederland 5G uit te rollen werd niet alleen genomen in Rotterdam, maar ook in Londen en Bonn. Voor onderzoek en innovatie is relevant dat internationale investeringsbeslissingen leidend gaan zijn – de moederbedrijven van de operators beslissen over de mate van investering in Nederlandse netwerken (en bijvoorbeeld frequentievergunningen) en wegen deze af tegen investeringen in andere landen.
Sommige Nederlandse pareltjes zijn al in handen van buitenlandse partijen. Zoals eerder opgemerkt is onder andere Ampleon niet in Nederlandse handen. Op zichzelf kan worden gesteld dat zolang deze bedrijven activiteiten uitvoeren in Nederland, dit bijdraagt aan de Nederlandse economie. Naast het feit dat de winsten wegvloeien naar het buitenland is het echter ook op vlak van IPR en human capital lastiger om op de langere termijn de vruchten hiervan te plukken.
Nauwelijks vestigingen van buitenlandse partijen die bijdragen aan de aanbod-kant 5G/6G O&I-ecosysteem. Als we kijken naar de partijen die direct bijdragen aan de ontwikkeling van 5G/6G-technologie, dan zien we dat zij zich concentreren rond de drie vendoren. Een aantal Aziatische partijen, waaronder Samsung en Huawei, krijgen in standaardisatieprocessen een steeds prominentere rol. Anderzijds zien we grote techpartijen die (vanuit ‘de cloud’) delen van het telecomecosysteem naar zich toetrekken.
Weinig kennis meer van telecommunicatie, weinig uitstroom van talent (uit relevante opleidingen) in deze hoek. Kennis van telecomtechnologie is nog aanwezig bij een klein aantal partijen: de netwerkoperators, de genoemde onderzoeksinstellingen, specifieke overheden (EZK, Agentschap Telecom) en een beperkt aantal bedrijven. Kennis over ICT in bredere zin is in Nederland wel breed aanwezig.
Petra Claessen, CEO BTG/TGG: “Om de positie van Nederland op het gebied van mobiele communicatie te verdedigen én verstevigen is het belangrijke niet alleen de sterke kanten in kaart te brengen, maar ook de zwakke kanten. Het rapport van Dialogic brengt innovatiekansen voor Nederland rondom 5G en 6G mobiele communicatietechnologie in kaart, iets waarvan Nederlandse spelers kunnen profiteren.”
Het rapport van Dialogic is hier beschikbaar.