Lenneke de Voogd over de rol van BTG als bruggenbouwer, ook met kennisplatform
19 dec 2024Sinds kort maakt Lenneke de Voogd deel uit van het bestuur van BTG. Na haar voortrekkersrol binnen het Do IoT Fieldlab maakt ze tegenwoordig vanuit...
Het Digital Trust Center (DTC) blijft een vast organisatieonderdeel van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Dit heeft staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat deze week aan de Tweede Kamer laten weten. “Met de voortzetting van het DTC blijft het ministerie van EZK zich inzetten voor veilig digitaal ondernemen”, aldus Keijzer.
Het DTC begon twee jaar geleden als tijdelijk programma om het Nederlandse bedrijfsleven te helpen de cyberweerbaarheid te verbeteren. Een onafhankelijke evaluatie van het programma concludeert dat het DTC met haar informatie, advies en het stimuleren van samenwerkingsverbanden bijdraagt aan de digitale veiligheid van ondernemend Nederland. Keijzer: “Uit onderzoek blijkt dat ondernemers met een aantal relatief simpele stappen de digitale veiligheid van hun onderneming aanzienlijk kunnen verbeteren. Het Digital Trust Center helpt daarbij. Als vast onderdeel van de organisatie kan het DTC dit belangrijke werk doorzetten en verder uitbreiden.”
Volgens onderzoeksbureau Kwink Groep, dat de evaluatie heeft uitgevoerd, weten steeds meer ondernemers de website van het DTC te vinden voor informatie en advies. De recent ontwikkelde Basisscan Cyberweerbaarheid is ruim duizend keer gebruikt. Ook het aantal actieve samenwerkingsverbanden tussen bedrijven op het gebied van digitale veiligheid neemt verder toe. In april 2020 start het DTC een nieuwe aanmeldingsronde van de subsidieregeling voor samenwerkingsverbanden.
Ook zijn er aandachtspunten van aandacht, zoals het beter aansluiten op de behoeften van grotere en volwassen bedrijven, het succesvol maken van het Digital Trust Platform en het uitbreiden van de samenwerking tussen het DTC en NCSC. In het najaar van 2020 zal staatssecretaris Keijzer de Tweede Kamer informeren over de voortgang van de implementatie van de aanbevelingen uit de evaluatie.