We zitten middenin een vierde industriële revolutie, een grootscheepse digitalisering en Nederland staat voor de uitvoering van het Klimaatakkoord. Hoe verhoudt dit alles zich tot actuele ontwikkelingen zoals de coronacrisis? En, waar liggen de kansen voor de ICT-branche? We vragen het Ed Nijpels, voorzitter van het Voortgangsoverleg Klimaatakkoord en spreker op de afgelopen nieuwjaarsbijeenkomst van BTG.
Tekst: Marjolein Straatman Beeld: Jorn van Engelen
Er is slecht en goed nieuws over de positie die Nederland binnen Europa inneemt op de duurzaamheidsladder. Met ons aandeel duurzame energie bungelen we nog onderaan, ergens tussen Malta en Luxemburg. Maar: met het Energieakkoord lopen we een deel van de achterstand in, en een pakket aan maatregelen van het kabinet helpt ons zelfs aan een voorsprong, meent Ed Nijpels. De voorzitter van het Voortgangsoverleg Klimaatakkoord, het akkoord waaronder de maatregelen vallen, vindt dat er van pessimisme geen sprake kan zijn nu Nederland dit gaat uitvoeren. Nijpels: “De Tweede Kamer stemde met een ruime meerderheid in met het Klimaatakkoord en de Klimaatwet. Daarnaast is er een rechterlijke uitspraak geweest in de klimaatzaak die Stichting Urgenda tegen de staat aanspande voor een verdere reductie van de CO2-uitstoot. Ten onrechte wordt er soms een zekere vrijblijvendheid gesuggereerd ten aanzien van de klimaatdoelen. Nederland heeft zich al eerder gecommitteerd aan het akkoord van Parijs en daaraan moet worden voldaan. Ongeacht de kleur van een volgend kabinet. Er is geen weg meer terug.”
Ed Nijpels (beeld: Jorn van Engelen)
Klimaat en corona
Nederland moet, volgens de plannen, toe naar 49 procent minder CO2-uitstoot in 2030 en dit opschroeven naar 95 procent in 2050. Over tien jaar moet het aandeel hernieuwbare elektriciteit volgens in Nederland zeventig procent bedragen en in 2050 honderd procent. Vijf sectoren -gebouwde omgeving, industrie, elektriciteit, landbouw en landgebruik, en mobiliteit- hebben elk hun eigen targets en maatregelen onderweg hiernaartoe. Maar hoe verhoudt dit pakket aan maatregelen zich tot de coronacrisis? Nijpels spreekt van een ‘valse tegenstelling’ tussen de uitvoering van het Klimaatakkoord enerzijds en de aanpak van de coronacrisis aan de andere kant en zegt: “Sommigen grijpen de actuele situatie rondom het COVID-19-virus aan om klimaatmaatregelen te frustreren. In de eerste plaats is de klimaatcrisis niet on hold te zetten. Bovendien hoeven de twee elkaar niet in de weg te staan. Het is volstrekt legitiem als de focus nu ligt op zaken als het behoud van banen. Maatregelen die een impuls aan de economie moeten geven kunnen echter net zo goed bijdragen aan verduurzaming, en andersom. Ik denk aan investeringen in de woningbouw, aan nieuwe infrastructuur die de klimaatdoelen moet ondersteunen. Het Klimaatakkoord is óók een banenmachine.” Verder is het voor een deel ook afwachten hoe de coronacrisis zich ontwikkelt. Nijpels: “Voor de industrie wordt de CO2-heffing mogelijk geleidelijker ingevoerd. In de laatste jaren wordt de opgelopen achterstand ingehaald. Daarnaast is ook de financiële draagkracht van burgers belangrijk. De energierekening daalt in 2020 per huishouden al met 170 euro. Maar we moeten nu zien hoe de coronacrisis verder uitpakt en of de energiekosten te dragen blijven. Het is dan aan het kabinet om via fiscale maatregelen de lusten en lasten van klimaatbeleid voor de burger evenwichtig te verdelen.”
Aanjager
In zijn toespraak op de bijeenkomst van BTG met het thema Intelligent Connectivity in Sociëteit De Witte op 16 januari, stipte Ed Nijpels al het belang van verduurzaming aan. Hij sprak over de energietransitie en de overgang naar een circulaire economie waarin grondstoffen steeds weer opnieuw worden gebruikt. Digitalisering, op zichzelf al een revolutie, ondersteunt deze. Nijpels noemde onder meer technologieën als artificial intelligence, quantum computing en bio- en nanotechnologie als voorbeelden. De oud-politicus geldt al langer als een aanjager van verduurzaming. Nu als voorzitter van het Voortgangsoverleg Klimaatakkoord, daarvoor als voorzitter van het Klimaatberaad en eerder in de hoedanigheid van voorzitter van de Borgingscommissie van het toenmalige Energieakkoord. Zijn politieke loopbaan als VVD’er bestond achtereenvolgens uit het lidmaatschap van de Tweede Kamer, fractievoorzitterschap en een ministerspost (VROM). Daar was hij verantwoordelijk voor het eerste nationaal milieu beleidsplan (NMP) en organiseerde hij de eerste internationale ministeriële conferentie over het broeikaseffect. Ook was hij burgemeester van Breda en Commissaris van de Koningin in Friesland. Tot op heden is hij onder meer kroonlid van de Sociaal-Economische Raad.
ICT: onmisbare factor
Het zijn interessante tijden om in te werken. Nijpels ziet het huidige tijdperk, de vierde industriële revolutie, als een combinatie van revoluties: “Het verschil is dat deze zich op veel fronten sneller, ingrijpender en fundamenteler voltrekt dan alle revoluties hiervoor. Digitalisering heeft ontzettend veel teweeggebracht. Mensen zitten vaak met hun oren te klapperen als ik vertel dat zestig procent van de kinderen in het huidige primair onderwijs als gevolg van de vierde industriële revolutie later een baan heeft die nu nog niet bestaat. Hetzelfde geldt wanneer ik zeg dat de smartphone met 512 GB geheugen inmiddels zeven miljoen keer krachtiger is dan alle computers die samen in de Apollo 11 de eerste man op de man zetten.” Het is een setting die, samen met het Klimaatakkoord als banenmachine, veel kansen oplevert. Zeker voor grote en kleinere ondernemingen in ICT. Nijpels: “Het klimaatbeleid is overgoten met ICT. Denk aan de netwerken en infrastructuur die zijn vereist voor de transitie naar aardgasvrije wijken en voor ontwikkelingen zoals aquathermie. Nergens in het Klimaatakkoord is een thema te vinden waaraan geen ICT te pas komt. De energietransitie kan simpelweg niet plaatsvinden zónder. Dat zie je onder meer terug in het proces van windenergie. In alle stappen, van opwek en opslag tot transport, systeemintegratie en gebruik, zijn ICT-oplossingen onmisbaar. En er zijn genoeg uitdagingen voor de branche. Zo schuilen er kansen in het opslagvraagstuk: het kan een interessante optie zijn als particulieren de door henzelf opgewekte energie van zonnepanelen tijdelijk kunnen opslaan met een accu thuis. Uitdagingen zitten ‘m eveneens in andere processen.
Zo moet er vanzelfsprekend veel technologie aan te pas komen voordat de energie van de windmolen onder de juiste spanning als elektriciteit uit de muur komt.”
Beeld: Jorn van Engelen
Zichtbaar
Het zijn juist dit soort voorbeelden die bij de burger vermoedelijk wel tot de verbeelding spreken. Inspanningen in de gebouwde omgeving en in mobiliteit zijn volgens Nijpels waarschijnlijk het meest zichtbaar voor veel Nederlanders. De aanwas van windmolens, de hoeveelheid zonnepanelen die zienderogen toeneemt, elektrisch rijden, laadpalen in het straatbeeld en initiatieven om van het gas los te komen. Ze leiden allemaal ook weer tot nieuwe vraagstukken, en dus kansen, blijkt uit een voorbeeld dat Nijpels noemt: “Technologie maakt het nu al mogelijk om met behulp van een app te achterhalen waar je een vrije laadpaal voor de elektrische auto kunt vinden. Hoewel de accu na een uur of acht meestal wel opgeladen is, blijven auto’s in de praktijk vaak langer staan, de zogenoemde laadpaalklevers. Typisch een vraagstuk waarop je met ICT kunt inspelen. Denk bijvoorbeeld aan een alarmeringssysteem als de auto vol is om een optimaal gebruik van de laadpalen te realiseren.”
Sustainable wonen
Naast rijden in elektrische auto’s ondernemen Nederlanders in en om het huis inmiddels ook het nodige om te verduurzamen. Gevraagd naar mogelijkheden om wonen nog meer sustainable te maken, zegt Nijpels: “De goedkoopste manier is nog altijd: besparen op energiegebruik. Isoleren is daarvoor een geschikt instrument. Het isoleren van buitenmuren kent doorgaans een terugverdientijd van vier jaar. Daarnaast loont het om zonnepanelen te installeren. Veel Nederlanders zien de voordelen, aangezien er in ons land elke vijf seconden een zonnepaneel bij komt. Ook heeft die ontwikkeling natuurlijk weer een gunstige invloed op de markt.” Verduurzaming in huis kan hand in hand gaan met comfort. Oplossingen die we kunnen scharen onder de noemer smart connectivity dragen hieraan bij. Nijpels, een zelfverklaard gadgetliefhebber, ziet de voordelen wel van slimme apparaten in huis: “De smart koelkast bijvoorbeeld, geeft op basis van slimme technologieën en met behulp van sensoren een signaal door als een product op is of raakt. Het voorkomt onnodige aankopen en voedselverspilling. Een groot fan ben ik van slimme verwarmingssystemen. Ze zijn op afstand te bedienen met een app op de telefoon waardoor er een stuk duurzamer met energie kan worden omgegaan.”
Werken op afstand
ICT en technologie hebben ook werken in veel opzichten efficiënter gemaakt. Als gevolg van de coronacrisis merkten veel Nederlanders de afgelopen tijd dat veel taken ook thuis zijn uit te voeren. Geen probleem, mede dankzij ICT. Mogelijk is het een aanleiding om ook in de toekomst wat vaker thuis te blijven en eventueel het aantal mobiliteitsbewegingen te verminderen. Nijpels hierover: “Het is absoluut denkbaar dat we bijvoorbeeld meer online gaan vergaderen. Zetten we het thuiswerken op grote schaal door, dan heeft dat onmiskenbaar gevolgen voor de infrastructuur. Op termijn is er meer glasvezel vereist en zal Nederland meer verglazen. Op het platteland levert dat vermoedelijk geen problemen op, maar in grote en drukke steden heeft het meer voeten in de aarde.”
Neem de lead
Gelukkig worden steden slimmer en geldt hetzelfde voor de industrie. Smart cities en smart industries kunnen met geavanceerde ICT-oplossingen bijdragen aan de energietransitie en de uitvoering van het Klimaatakkoord. Van heel kleine en praktische oplossingen -zoals sensortechnologie in vuilcontainers die ervoor zorgt dat vuilniswagens hun route kunnen aanpassen en zo de verkeerstromen ontlasten, zoals Nijpels het illustreert- tot heel grote. De vraag ten aanzien van alle inspanningen luidt: is het allemaal genoeg? In oktober, zegt de Voortgangsoverlegvoorzitter, is er meer duidelijkheid: “Tegen die tijd ontvangen we een tussenstand, als de Klimaat en Energieverkenning (KEV) van de planbureaus uitkomt, de Monitor Klimaatbeleid en de Klimaatnota van het kabinet. Dan weten we meer. Er zijn ieder jaar mee- en tegenvallers, maar het Klimaatakkoord loopt tot 2030. Alles hoeft niet morgen klaar te zijn.” Intussen is het aan organisaties zoals BTG om op de hoogte te blijven van wat er speelt en om aan tafel te blijven komen, zegt Nijpels. “BTG kan de partijen in de branche stimuleren om actie te ondernemen. Mijn advies aan organisaties is: neem de lead. Wacht niet op de overheid, maar kom zelf met oplossingen en initiatieven. Na mijn toespraak voor BTG in januari heb ik aan de feedback vanuit het publiek echter volop gemerkt dat hieraan al hard wordt gewerkt door de partijen in het veld.”