De Europese Unie (EU) en NAVO lanceren een nieuwe taskforce die Europese kritieke infrastructuur veerkrachtiger moet maken. Daarbij is ook aandacht voor digitale infrastructuur, die inmiddels een onmisbare rol speelt in onze samenleving.
Samenwerking om kritieke infrastructuur te versterken is nog belangrijker geworden in het licht van de sabotage tegen de Nord Stream-pijpleidingen en de inzet van energie als wapen door Rusland als onderdeel van zijn aanvalsoorlog tegen Oekraïne. De Task Force richt zich in eerste instantie op een viertal sectoren: energie, transport, digitale infrastructuur en ruimtevaart.
‘Onze samenlevingen sterker en veiliger maken’
De oprichting van een taskforce is door NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg en de voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen in januari al aangekondigd. Stoltenberg zei toen: “We willen samen bekijken hoe we onze kritieke infrastructuur, technologie en toeleveringsketens veerkrachtiger kunnen maken voor potentiële bedreigingen, en om actie te ondernemen om potentiële kwetsbaarheden te verminderen. Dit zal een belangrijke stap zijn in het sterker en veiliger maken van onze samenlevingen.”
De samenwerking tussen de NAVO en de EU is de afgelopen jaren versterkt, vooral sinds het begin van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne. In januari ondertekenden de leiders van de NAVO en de EU een nieuwe gezamenlijke verklaring om het partnerschap tussen de organisaties te versterken. Onder meer op het gebied van opkomende en ontwrichtende technologieën, de ruimtevaart en de veiligheidsimpact van klimaatverandering.
Petra Claessen, Vice-voorzitter BTG en boardmember BTG Services: “Kritieke infrastructuur zoals digitale infrastructuur is enerzijds van cruciaal belang voor het Europese bedrijfsleven en de samenleving. Tegelijkertijd is het kwetsbaar voor sabotage. De nieuwe taskforce die de EU en NAVO in het leven roepen moet de weerbaarheid van deze infrastructuur versterken. Een belangrijk onderdeel van het bewaken van de beschikbaarheid van Europese kritieke infrastructuur. Ook digitale infrastructuur krijgt hierbij de aandacht die het verdient.”