Lenneke de Voogd over de rol van BTG als bruggenbouwer, ook met kennisplatform
19 dec 2024Sinds kort maakt Lenneke de Voogd deel uit van het bestuur van BTG. Na haar voortrekkersrol binnen het Do IoT Fieldlab maakt ze tegenwoordig vanuit...
Eurofiber is typisch zo’n bedrijf waar de meeste mensen weinig van weten. Zeker omdat de meeste van hun activiteiten zich ondergronds afspelen en ook buiten het zicht van de gebruiker. Toch is dit BTG-lid één van de belangrijkste schakels in de connectiviteit tussen heel veel organisaties. Daarbij gaat het niet alleen om de meer dan 40.000 kilometer in glasvezel die het bedrijf in Nederland beheert, maar ook om security, redundancy, datacenters en niet in de laatste plaats circulariteit. We spreken een bevlogen directeur Paul Naastepad, die BTG al kent uit de begintijd van de brancheorganisatie.
“Ik zit al mijn hele werkende leven in de telecom, en heb onder meer gewerkt in België, Polen en Rusland. In 1991 begon ik bij AT&T en via Libertel, Vodafone, Emtelle en XS4ALL kwam ik bij Eurofiber terecht. Ik heb heel veel dingen in de telecom gedaan, maar glasvezel komt toch steeds weer terug. Toevallig liet onlangs iemand tijdens het panelgesprek op het Total Telecom congres in Amsterdam de long-haul netwerken van Noord-Europa zien. Toen zei ik: “Dat lijntje wat je ziet tussen Warschau en Berlijn en tussen Warschau en Gdansk, dat heb ik aangelegd. Dat was glasvezel tussen de grote steden, de verbinding tussen Polen en Duitsland. Die glasvezel van Warschau naar Berlijn had vier vezels, iets wat toen heel bijzonder was.”
“Toen mijn voorgangster bij Eurofiber zag dat ik wegging bij XS4ALL heeft zij mij benaderd. Eurofiber is een ongelofelijk professioneel bedrijf. Er werken heel veel mensen met ontzettend veel kennis en ervaring, het zijn echt allemaal experts. Vijf jaar geleden werkten er 300 mensen en inmiddels is dat aantal gegroeid naar 750 medewerkers die zich allemaal bezighouden met digitale connectiviteit.”
“We bieden naast glasvezel ook cloudoplossingen. In het begin deden we alleen Dark Fiber, hiervoor hebben we inmiddels een groot netwerk van meer dan 70.000 kilometer glasvezel in Nederland, België, Frankrijk en Duitsland. Later zijn we ethernetdiensten gaan leveren. Dat is allemaal B2B, we leveren niet aan consumenten, maar de grote consumentenspelers zijn wel weer klant bij ons. Het businessmodel van Eurofiber is een volledig open netwerk, en dan bedoel ik ook écht open. Er zijn geen enkele elektronische, softwarematige of hardwarematige restricties om op ons netwerk te kunnen. Dit open netwerkmodel heeft Eurofiber geïnitieerd en dat trok mij heel erg aan.”
“En nu dus de cloud, waar alles draait om connectiviteit. We verbinden op een veilige manier naar de cloud. We zijn van een glasvezelboer veranderd naar een hybride connectiviteitsplatform. We hebben directe relaties met grote cloud partijen als Google, Amazon en Microsoft. We connecteren onze grootzakelijke klanten direct naar hun cloud, dus niet via andere partijen. De grote bedrijven hebben niet één public cloud, maar die hebben daar twee of soms drie. Daarnaast hebben ze vaak ook nog een private cloud. Die combinatie zorgt voor een hybrid cloud-oplossing en wij zorgen vervolgens weer dat die direct verbonden zijn met elkaar.”
“Om je een beeld te geven, Eurofiber bedient ruim 70% van alle universiteiten, 83% van alle ziekenhuizen, 90% van alle datacenters, 85% van alle sluizen, bruggen en energiemaatschappijen en bijna 65% van al het mobiele dataverkeer in Nederland. Dat gaat allemaal over ons netwerk. We zijn voor veel mensen een grote onbekende, terwijl we onderdeel zijn van de vitale infrastructuur van Nederland. Als uptime –de tijd dat een netwerk bereikbaar/online is- beschikbaarheid en security van het hoogste belang is, dan zitten organisaties bijna altijd bij ons.”
“Ruim twintig jaar geleden heeft Eurofiber in Nederland het open netwerk geïnitieerd. Dat betekent letterlijk dat wij met iedereen zakendoen. Sommige van onze klanten zijn soms ook onze concurrent. Wanneer een groot bedrijf of een overheid een grote tender heeft, dan bieden wij daarop. Maar mogelijk onze resellers of de nationale operators ook, dus dan zijn we concurrent. Als zij winnen, dan komen ze vaak alsnog op ons netwerk om te connecteren wat ze zelf niet kunnen. KPN heeft het grootste zakelijke netwerk van Nederland en wij komen gelijk daarna als tweede. En we blijven groeien! We graven zo’n 50 kilometer per week.”
“We hebben 40.000 kilometer glasvezel in Nederland. Dat is echt serieus veel. Als wij al een gebouw aangesloten hebben, dan is het veel goedkoper om via ons dat gebouw ook van diensten te voorzien. Ze huren dan ons netwerk, want dat is goedkoper dan wanneer ze het zelf moeten gaan aanleggen. Omdat Eurofiber een open netwerk heeft, delen wij dat netwerk met andere spelers. We scheiden dat heel goed, maar we delen het wel. Dat is een deel van ons businessmodel; we leggen overal zakelijk glasvezel aan, iedereen mag er gebruik van maken en daarmee deel je kosten. Het voor heel veel partijen voordeliger om ons netwerk te gebruiken.”
“Zo werkt Eurofiber in Nederland, maar we zijn ook actief in België, Frankrijk en Duitsland. We zijn 23 jaar geleden begonnen vanuit België. Nederland is wel veel sneller gegaan dan België. Frankrijk en Duitsland hebben we de laatste jaren toegevoegd. Het mooie is dat we eigenlijk in al die landen een andere aanpak hebben. We bieden altijd de glasvezelinfrastructuur met een transitie naar de cloud, maar in België hebben we een joint venture met Proximus voor Fiber To The Home. In Duitsland hebben we een landelijk Dark Fiber-netwerk en een partnership met Vattenfall, voor Fiber To The Home in Berlijn. In de Franse markt hebben we in de afgelopen vijf jaar een grote footprint opgebouwd door de aankoop van meerdere sterke regionale partijen. Het is onze intentie om in alle landen nog verder te groeien, zowel organisch als door acquisities.”
“We houden zeker ook de focus op Nederland, want we zien hier nieuwe kansen ontstaan die er een paar jaar geleden nog niet waren. Eén daarvan is cloud connectivity. Daar zetten we vol op in. We hebben inmiddels tien datacenters, waarvan zes in Nederland. Die datacenters bieden weer nieuwe businessmodellen, zoals richting AI, de grote trend waar we nu in zitten. Hiervoor is ontzettend veel rekenkracht nodig en al die rekenkracht moet getransporteerd worden. De grootste uitdaging die een Google en een Microsoft hebben, is die enorme hoeveelheid connectiviteit die ze nodig hebben tussen al die datacenters. Dat is één.”
“Ten tweede hebben ze een grote uitdaging met de energievoorziening van die datacenters. Een van de oplossingen hiervoor is dat je veel meer kleine datacenters gaat bouwen. We noemden dat in het verleden edge computing. Nu zeggen we; edge datacenters zijn in feite distributed datacentertjes. Een Netflix bijvoorbeeld waar ook veel rekenkracht achter zit, daarbij gaat het signaal pas decrypten vlakbij de kijker en gebruiken op de reis naar de klant meerdere datacenters.
Als er in Nijmegen een verzoek voor een enorme berekening is, dan kun je gaan transporteren naar een computer in Amerika, daar de berekening uit laten oefenen en dan weer terugbrengen naar Nijmegen. Maar je kunt ook zeggen, laat ik dat eens proberen te doen via een groot datacenter in Nederland, bijvoorbeeld in Groningen. Of ik doe een deel alvast in mijn kleine datacenter in Nijmegen om de hoek. We zijn heel druk bezig met die lokalisering van de rekenkracht.”
“De afhankelijkheid van data is zo ongelooflijk gegroeid, dat de noodzaak voor uptime ook steeds verder groeit. Dit betekent dat een bedrijf al lang niet meer kan volstaan met één glasvezelverbinding. Veel bedrijven en organisaties, zelfs 72% van de MKB-bedrijven, hebben echter een redundante connectie via koper, coax of “consumentenglasvezel”. Deze alternatieven hebben een uptime die veel te laag is, dus willen veel bedrijven een tweede zakelijke glasvezelverbinding als backup.”
“We hebben bijvoorbeeld een groot contract gesloten met de luchtverkeersleiding Nederland, LVNL. Zij zijn viervoudig redundant. Viervoudig! De meeste bedrijven zijn nu tweevoudig redundant, waarbij de tweede laag in feite via een consumentennetwerk loopt. Veel bedrijven willen ook die tweede laag net zo professioneel hebben als de eerste laag. Er is geen bedrijf dat zo’n hoge servicelevel heeft en zo’n hoge uptime als Eurofiber. De redundantie wordt steeds beter als je meer onderdelen van de verbinding scheidt en dupliceert. Zo kun je kiezen voor twee kabels die via twee routes naar twee verschillende Points of Presence naar twee verschillende datacenters lopen. Dan heb je de maximale redundantie op het glasvezelnetwerk. Op die manier krijg je twee keer het allerhoogste servicelevel van Nederland. Dit is een trend die wij in Nederland zien en waarin wij steeds meer kunnen en mogen leveren.”
“En alles wat we doen, doen we groen! Volgens de laatste internationale duurzaamheidsrating van EcoVadis behoort het ESG-programma van Eurofiber wereldwijde tot de top-5 procent best presterende bedrijven.
Daarnaast zijn we aangesloten op het Science-Based Target Initiative, een wereldwijd erkend initiatief waarbij partijen zich ertoe verbinden de uitstoot op jaarbasis te verminderen in lijn met de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs uit 2015, dus minder dan1,5 graden opwarming van de aarde. Afgelopen oktober werden onze doelstellingen formeel goedgekeurd door SBTi.
Hierbij focussen we ons op het verlagen van onze Scope 1, 2 en 3 emissies. Scope 1 betreft de emissies uit de eigen bouw-, transport- en productiegerelateerde activiteiten. Scope 2 omvat de indirecte CO2-emissies afkomstig van de opwekking van zelf gekochte en verbruikte elektriciteit of warmte. Scope 3 zijn indirecte CO2-emissies veroorzaakt door bedrijfsactiviteiten van een andere organisatie. Hier gaat het erom dat jouw keten ook CO2-neutraal wordt. Bij Eurofiber zijn we al ver met Scope 1 en 2.
We streven naar een reductie van 50% in 2025 ten opzichte van het energieverbruik in 2021. Dat gaan we halen. Wij waren het eerste telecombedrijf in Nederland dat gezegd heeft dat alle auto’s 100% elektrisch moeten zijn. Al onze stroom is groen, we gebruiken LED en sensoren en kopen altijd bij gelijke kwaliteit het groene alternatief in.”
“Momenteel bekijken we de mogelijkheden om de warmte die uit onze datacenters komt ter beschikking te stellen voor lokale verwarming van huizen. Eurofiber richt zich nu meer en meer op Scope 3 en dat is de keten. Dat is per definitie wat je niet zelf in eigendom hebt en hierdoor is de controle ook moeilijker. Scope 1 en 2 zijn slechts een beperkt deel van onze totale CO2-footprint. Het grootste deel van onze footprint echter vindt plaats in Scope 3. Je kunt die CO2-reductie uitsluitend bereiken als die hele keten, dus je aannemers, leveranciers tot aan je klanten, de CO2-emissies gaat reduceren. We hebben afspraken gemaakt met onze belangrijkste leveranciers om stapsgewijs te komen naar CO2 neutrale aanleg en onderhoud van het Eurofiber-netwerk en het reduceren van verpakkingsmateriaal. Ook wordt er continu gekeken naar nieuwe mogelijkheden van hergebruik van apparatuur.”
“Veel partijen zijn bezig met Scope 1 en 2, hun eigen energie footprint. Eurofiber is ook bezig met wat wij niet zelf kunnen beheersen, maar wat we wel veroorzaken. Hiervoor moet je dus met de hele keten samenwerken. Daar zien wij een belangrijke rol voor BTG. BTG zou een Scope 3-samenwerking kunnen opzetten bijvoorbeeld. Hoe gaan we de hele telecomindustrie CO2-neutraal krijgen? En hoe gaan we hem circulair krijgen? We kunnen het uitsluitend samen doen. En daar kan een BTG, met alle partijen die hier lid zijn, gesprekken en discussies over initiëren. Ik praat er inderdaad heel gepassioneerd over, net als mijn collega’s. Het is voor ons als bedrijf geen vinkjes zetten. Wij geloven absoluut dat dit een verantwoordelijkheid is die wij willen nemen.”