Lenneke de Voogd over de rol van BTG als bruggenbouwer, ook met kennisplatform
19 dec 2024Sinds kort maakt Lenneke de Voogd deel uit van het bestuur van BTG. Na haar voortrekkersrol binnen het Do IoT Fieldlab maakt ze tegenwoordig vanuit...
Steden krijgen te maken met een breed scala aan complexe maatschappelijke opgaven. In een smart city met vernuftige ICT-oplossingen wordt hieraan het hoofd geboden. Verschillende gemeenten hebben het thema opgepakt in de vorm van pilots en projecten. 440 in de G40, om precies te zijn. Maar hoe smart is Nederland nu eigenlijk? Aan het woord is Hans Teuben, director strategy and innovation public sector/smart cities and mobility bij Capgemini Invent.
Capgemini Invent, leverancier van consulting- en technologiediensten, maakte in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat eerder al een inventarisatie van al die pilots en projecten. Daarna heeft het bureau namens de G40 voorstellen gedaan voor de nieuw te vormen regering voor een meer gemeenschappelijke aanpak.
“We signaleerden dat gemeenten binnen het thema smart city met eenzelfde soort initiatieven bezig zijn, maar veelal op hun eigen manier”, zegt Hans Teuben, director strategy and innovation public sector/smart cities and mobility bij Capgemini Invent. “Met als probleem is dat zij te vaak het wiel opnieuw proberen uit te vinden, de projecten vrij kleinschalig zijn en dat opschaling van goede oplossingen zo niet goed van de grond komt. Daarnaast zien we een zekere versnippering in de aanpak van maatschappelijke opgaven door het Rijk: elk departement maakt op de eigen opgaven met eigen programma’s afspraken met steden en regio’s zonder onderlinge coördinatie. Een gezamenlijke aanpak en programmering met behulp van het delen van best practices in smart city-toepassingen kan de processen efficiënter maken.”
Steden en hun doelen
Elke stad heeft voor nu en in de toekomst in mindere of meerdere mate dezelfde doelen. Kwaliteit van leven bijvoorbeeld, zoals Hans aangeeft, die mede wordt gebaseerd aanwezigheid van goede voorzieningen, een prettige omgeving met voldoende groen, goede luchtkwaliteit en weinig overlast. Het streven naar een stabiele economische ontwikkeling en naar een kleinere ecologische voetafdruk zijn andere doelen. Daarnaast dienen steden weerbaar te zijn tegen bedreigingen van velerlei aard én moet iedereen kunnen meedoen: inclusiviteit en participatie behoeven dus net zozeer aandacht.
Het is een decor waartegen zich steeds weer nieuwe maatschappelijke vraagstukken aftekenen die op slimme wijze moeten worden aangepakt. De belangrijkste zijn op dit moment de energietransitie, mobiliteit, digitalisering van de samenleving en, last but not least, de woningnood.
Woningnood
Een slimme werkwijze betekent dat het aanvliegen van de ene maatschappelijke opgave samenhang vertoont met de aanpak van de andere. Ten aanzien van de huidige woningnood betekent dit dat er slim moet worden gebouwd, zegt Hans: “Als de bouw tegelijkertijd zo betaalbaar én duurzaam mogelijk moet worden gerealiseerd vraagt dat om andere keuzes dan vroeger. Niet om uitbreiding maar om inbreiding, bijvoorbeeld. Woningbouw op kantoorparken in de stad in plaats van aan de rand in weilanden, kan een oplossing zijn en heeft als voordeel dat er meestal veel minder nieuwe voorzieningen en infrastructuur zijn vereist. De smart city beslaat natuurlijk veel meer dan alleen slimme ICT. Het gaat ook om slimme maatregelen die meerdere doelen dienen. Denk aan een combinatie van veel minder parkeerplekken met mobility as a service en mobiliteitshubs die digitaal toegankelijk zijn. Zo kan meer groen bijdragen aan het welzijn van de inwoners, maar tegelijkertijd zorgen voor klimaatadaptatie doordat overtollig regenwater sneller kan worden afgevoerd en de afname van hittestress waardoor er minder airco’s nodig zijn en de footprint kleiner wordt.”
Delen van kennis
De gezamenlijke aanpak van maatschappelijke opgaven kan voor een deel worden gebaseerd op het samen ontwikkelen en toepassen van smart city-oplossingen, en het delen hiervan. Dit kan bijvoorbeeld de uitwisseling van technologische instrumenten zijn, zoals de digital twin. Hans: “De technologie is gericht op het realiseren van een digitale afspiegeling van de werkelijkheid. Met behulp van verschillende datasets kan worden onderzocht wat het best werkt voor een stad. Welk model de meeste klimaatwinst oplevert, bijvoorbeeld.Verschillende scenario’s worden er inzichtelijk door, en dat stelt ook burgers in staat mee te denken. Het idee achter het delen van de technologie is dat er niet in veertig gemeenten een eigen datamodel wordt ontwikkeld, maar één datamodel dat voor elk gemeente te gebruiken is, eventueel met een paar kleine lokale aanpassingen.” Een meer integrale benadering van maatschappelijke opgaven biedt volgens Hans de nodige efficiëntie. “Onderzoeksbureau Ecorys heeft uitgerekend wat de baten zijn voor onze maatschappij bij verstedelijking als de domeinen ruimte, mobiliteit en energie integraal worden benaderd. Als er in plaats van traditionele uitbreiding van een stad (bouwen aan de rand) wordt gekozen voor inbreiding met een integrale benadering levert dat 4,2 miljard aan maatschappelijke baten op”, zegt hij.
Aanjager
Op weg naar een efficiëntere aanpak van de maatschappelijke opgaven in de smart city heeft BTG volgens Hans ook een rol: die van aanjager. Deels omdat de brancheorganisatie al beschikt over verschillende oplossingen. Hans noemt de stack, die door BTG’s Expertgroep Smart Society is ontwikkeld. Dit is een framework waarop het bouwwerk van de smart city kan worden geconstrueerd. Elke gemeente kan deze toepassen op de eigen situatie. “Ook oplossingen zoals de stack dragen bij aan versnelling van de processen. Dit levert natuurlijk ook enorme groeikansen op voor de BTG-leden die beschikken over een breed aanbod aan ICT-oplossingen.”
Integrale blik
Maatschappelijke opgaven kunnen het best worden aangepakt in gezamenlijkheid, en mét een integrale benadering volgens Hans Teuben van Capgemini Invent, die de kansen illustreert met een voorbeeld uit de praktijk: “Vuilniswagens kunnen al efficiëntere routes rijden doordat slimme vuilnisbakken via sensortechnologie aangeven wanneer ze vol zijn. Doorgaans blijven deze data binnen de afdeling Reiniging en worden deze niet gedeeld met andere afdelingen binnen een gemeente. En dat terwijl een koppeling met andere data juist kan uitwijzen dat de wagen via de efficiënt lijkende route op een druk tijdstip juist zorgt voor een verkeersopstopping met bijkomend een verslechterende luchtkwaliteit. Er is een meer integrale blik vereist om kansen te benutten.”