Nederlanders mogen vanaf vandaag, vrijdag 28 januari, zelf hun modem kiezen. Ze zijn niet langer gebonden aan het modemaanbod van hun provider. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft daarvoor een nieuwe beleidsregel opgesteld.

De Europese Unie is al sinds 2015 voorstander van een vrije modemkeuze. Na Finland, Duitsland en Italië kunnen nu ook Nederlandse eindgebruikers zelf hun eindapparaat kiezen óf besluiten om voor die van hun provider te gaan. De kwaliteit van een internetmodem is essentieel voor een goed netwerk.

Kennis nodig
Het VTKE, een alliantie van Europese fabrikanten van telecomapparatuur, is verheugd. “In een one-size-fits-all business model komen lang niet alle innovaties bij de eindgebruiker terecht”, zegt een woordvoerder. “Eindgebruikers weten zelf het beste welke wensen ze hebben als het gaat om het netwerk. We zijn verheugd dat alle inspanningen tot dit resultaat hebben geleid en we hopen dat dit besluit ook andere landen aanmoedigt dit voorbeeld te volgen.”

Voor de meeste gebruikers zal het meegeleverde modem van de provider echter gewoon volstaan. In Duitsland mogen consumenten al langer een eigen modem kiezen. Volgens RTL Nieuws doet in de praktijk maar 1 tot 2 procent van de consumenten dat. Daarvoor zijn meerdere redenen: er is technische kennis nodig voor het aansluiten en instellen van het modem. Ook is de gebruiker zelf verantwoordelijk voor het up-to-date houden van het eigen modem. Bovendien is het modem van de aanbieder gratis.

De grotere providers in Nederland hebben allemaal al webpagina’s waarop gebruikers stapsgewijs worden geholpen om eigen apparatuur in te stellen. Bekijk hier de pagina’s van KPN, Ziggo en T-Mobile.

Innovatie
“Wij zijn per definitie voorstander van een vrije markt”, zegt Petra Claessen, CEO van BTG en BTG Services. “Daarmee stimuleer je innovatie in de markt. Gebruikers, consument en zakelijk, moeten bovendien de mogelijkheid hebben om een keuze te maken die ben hen past, afhankelijk van hun behoefte, hun kennis en hun budget.”