Lenneke de Voogd over de rol van BTG als bruggenbouwer, ook met kennisplatform
19 dec 2024Sinds kort maakt Lenneke de Voogd deel uit van het bestuur van BTG. Na haar voortrekkersrol binnen het Do IoT Fieldlab maakt ze tegenwoordig vanuit...
Moet er wel of geen minister van Digitale Zaken komen? Wat moeten we met AI, cybersecurity en het personeelstekort in de IT? Allemaal zaken die aan bod kwamen tijdens het eerste Nationale Debat over Digitalisering bij Nieuwspoort. Een debat in aanloop naar de recente Tweede Kamerverkiezingen, waarvoor 150 belangstellenden zich in Nieuwspoort hadden verzameld. De (aspirant) Kamerleden Henk Vermeer (BBB), Hawre Rahimi (VVD), Lisa van Ginneken (D66), Michael Teng-Li Ta (Volt)i Barbara Kathmann (Groen Links/PvdA) en Jesse Six Dijkstra (NSC)gingen onder leiding van oud-Kamerlid Kees Verhoeven met elkaar in gesprek over het belang van digitalisering en de standpunten van verschillende partijen. Het debat werd georganiseerd door een consortium van organisaties die zich bezighouden met digitalisering, waaronder BTG.
De discussie brandde direct los over het onderwerp datacenters in relatie tot ruimtelijke ordening. Ondanks dat de meeste partijen het eens waren over het belang van datacenters als onderdeel van de digitale infrastructuur was er wel discussie of de beperkte ruimte die we in Nederland hebben hiervoor moeten opofferen. Moet landbouwgrond hiervoor gebruikt worden? In hoeverre kan restwarmte gebruikt worden om bijvoorbeeld huizen te verwarmen? Moeten we in de toekenning van datacentra rekening houden of er wel of geen publieke taak is weggelegd voor de opgeslagen data? Kortom: er was discussie, maar de grote lijn was: zorg voor een visie op ruimtelijke ordening en zorg voor een duidelijke industriepolitiek op de digitale infrastructuur.
Ook de rol van brancheorganisaties als BTG, die bij het debat waren betrokken, kwam ter sprake. Zo kunnen deze een rol spelen bij het vormen van een nieuwe autoriteit voor digitale zaken binnen de overheid. Maar ook voor het organiseren van opleidingen, zoals basisopleidingen voor ambtenaren maar ook scholing voor IT-personeel. Daarnaast kan een organisatie als BTG betrokken worden bij het toetsen van digitale voorstellen die in de Eerste en Tweede Kamer worden behandeld. Petra Claessen, Voorzitter van BTG en Boardmember van BTG Holding ziet een verandering binnen het denken over digitalisering binnen de politiek: “Er is in de politiek nog altijd te weinig aandacht voor digitale onderwerpen, gelukkig hebben de aanwezige partijen nu duidelijk laten zien dat ze er oog voor hebben, dat is een goed begin. We blijven er bij de politiek ook na de verkiezingen op toezien dat digitalisering en technologie hoger op de agenda komen.”
Een ander punt van discussie was of er wel of geen minister van Digitale Zaken moest komen. Alle politici waren het er over eens dat de huidige inbedding van een staatsecretaris van Digitale Zaken bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties niet de juiste is. Of er wél of geen minister moest komen van Digitale Zaken, daarover was minder consensus. Sommigen vonden het symboolpolitiek, terwijl anderen het juist zagen als een mogelijke oplossing van de hoeveelheid losse plannen van het kabinet, of als oplossing voor het ontbreken van een nationale visie op digitalisering. Weer een ander (aspirant) Kamerlid gaf aan dat een minister niet de oplossing gaat brengen: het gaat om de uitvoerbaarheid van wet- en regelgeving. Daar gaat een minister geen verandering in brengen. Tenslotte werd nog de opmerking gemaakt dat het belangrijk is dat er wetten en regels komen vanuit het vertrouwen en niet vanuit het wantrouwen. Dit laatste zorgt voor onuitvoerbare regels én enorme regeldruk voor met name ondernemers.
Daarna kwam het onderwerp cybersecurity ter sprake, vooral in relatie met wet- en regelgeving. Ook hier werd gesteld dat de uitvoerbaarheid van de wetten en regels heel belangrijk is. Met name ondernemers zien “door de bomen het bos niet meer”. Daar stelde een ander Kamerlid tegenover dat regulering te lang is uitgesteld op het gebied van digitale weerbaarheid, waardoor nu heel veel tegelijk op ons afkomt. Eén van de aspirant Kamerleden kwam met het voorstel van één centrale autoriteit, waardoor de RDI en het NCSC onder één dak verder zouden gaan. Ook kwam het onderwerp strategische autonomie ter sprake, waarbij een Kamerlid aangaf dat het nu veel te vaak gaat over reguleren in plaats van innoveren. En dat je juist innovatie nodig hebt om die autonomie te verkrijgen. Ook de aanbestedingswet kwam in deze context ter sprake: deze werkt niet goed in het digitale domein.
Ook de krapte op de arbeidsmarkt kwam uitgebreid aan bod tijdens het debat. Verschillende Kamerleden gaven hierbij aan dat de overheid het heeft laten liggen op dit dossier en dat het bedrijfsleven de handschoen grotendeels heeft opgepakt. Het vervolg zou moeten zijn dat de overheid hier ook haar verantwoordelijkheid in neemt. De praktijk wijst echter uit dat initiatieven die vanuit privaat worden opgepakt worden maar zelden door publieke organisaties worden overgenomen. Hierin zou dus veel meer publiek privaat samengewerkt moeten worden.
In relatie met de krapte op de arbeidsmarkt kwam ook het gebrek aan kennis van het digitale domein bij ambtenaren ter sprake. Onder andere op het gebied van het zinvol én ethisch inzetten van digitale technologie moet de overheid een inhaalslag maken onder ambtenaren. Generalistische kennis is er wel bij de overheid, terwijl juist ook specifieke kennis nodig is bij ambtenaren, aldus enkele Kamerleden. Ook moet de overheid meer kennis in huis halen zodat ze een betere opdrachtgever kunnen worden voor digitale projecten. De overheid moet het lef hebben om daar zalf haar verantwoordelijkheid in te nemen.
Natuurlijk bleef ook de snelle opkomst van Kunstmatige Intelligentie niet onbesproken. Het is steeds meer een systeemonderwerp aan het worden, want het zit of komt overal in. Ook brengt het kansen en uitdagingen met zich mee. Eén partij is van mening dat de winsten van AI ten goede moeten komen aan de burger, niet alleen aan de bedrijven die dit inzetten of ontwikkelen. Discussie kwam er over het wel of niet reguleren van AI. Want reguleren zorgt voor een rem. Een aantal partijen ziet zeker de kansen van AI, maar deze moet dan met name ten goede komen aan arbeidsmarkt-technische vraagstukken. Denk aan de zorgsector of andere sectoren die maatschappij ontwricht worden vanwege de arbeidstekorten. Eén van de politici gaf aan dat we moeten uitkijken om niet dezelfde fout te maken als bij social media. Dat heeft geleid tot polarisatie en daar we gaan nu pas reguleren. Ook werd nog een beroep gedaan op het Groeifonds. Deze is bedoeld om innovatie te stimuleren, dus ga daar geen greep uit doen voor andere doeleinden. Nederland is goed in het bouwen van high-tech ecosystemen. Denk aan Quantum en halfgeleiders. Om de kansen van AI te pakken moeten we minder afhankelijk worden van niet-Europese AI-aanbieders. Kleinschalig en soeverein door te innoveren in ecosystemen, door als overheid garant te staan om door te groeien van startups naar scale-ups.