Nederland behoort tot de Europese landen met het grootste aandeel inwoners dat vaardig is met het gebruik van internet, computer en software. De helft van de Nederlanders tussen 16 en 75 jaar had in 2019 meer dan basis digitale vaardigheden, tegen 33 procent gemiddeld in de Europese Unie. Dit blijkt uit recent onderzoek van het CBS en andere EU-lidstaten.
Samen met Finland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk behoort Nederland tot de kopgroep op dit terrein. In 2015 had nog maar 43 procent meer dan basis digitale vaardigheden. De digitale vaardigheid van de Nederlandse bevolking was altijd hoger dan gemiddeld in de Europese Unie. Het laagst scoren Oost-Europese landen zoals Roemenië en Bulgarije (10-11 procent) en Italië, Griekenland en Polen scoren veel lager (rond 20 procent) dan het EU-gemiddelde. De verschillen in digitale vaardigheden tussen mannen en vrouwen zijn kleiner. Het aandeel mannen met meer dan basisvaardigheden bedroeg 54 procent, tegen 45 procent onder de vrouwen.
Vier deelgebieden
Digitale vaardigheden worden bepaald aan de hand van resultaten op vier deelgebieden: informatie, communicatie, computers/online diensten en software. Op het deelgebied ‘informatie’ was het aandeel Nederlanders in 2019 met meer dan basis digitale vaardigheden groter (89 procent) dan op de andere deelgebieden. Het gaat daarbij om bijvoorbeeld informatie opzoeken via internet maar ook om bestanden verplaatsen en foto’s opslaan in de cloud. Het EU-gemiddelde was hier 71 procent.
Ook op de deelgebieden ‘communicatie’ (e-mailen, bellen via internet en sociale netwerken) en ‘computers/online diensten’ (online winkelen, apps en online cursussen) had respectievelijk 83 procent en 81 procent van de Nederlanders vaardigheden die het basisniveau ontstijgen. Het EU-gemiddelde was 67 procent voor ‘communicatie’ en 59 procent voor ‘computers/online diensten’.
Op dit terrein ‘Software’ beschikte 55 procent van de Nederlanders over meer dan basisvaardigheden. Het EU-gemiddelde was 41 procent. Dit deelgebied omvat het gebruik van kantoorsoftware zoals programma’s voor tekstverwerking en spreadsheets. Ook zelf computerprogramma’s schrijven in een programmeertaal behoort tot dit deelgebied.
Indicatoren digitale vaardigheden
Het onderzoek ‘ICT-gebruik van huishoudens en personen’ is in 2019 gehouden onder 4.800 Nederlanders in de leeftijdscategorie van 16 tot 75 jaar. Er is onder andere gevraagd naar activiteiten bij het gebruik van internet, computers en software. Op basis van deze activiteiten en de mate waarin deze worden uitgevoerd zijn indicatoren voor digitale vaardigheden ontwikkeld zoals ‘geen/weinig’, ‘basis- of meer dan basisvaardigheden’. Alle EU-landen passen dezelfde methode toe, waardoor uitkomsten van Nederland in Europees verband vergelijkbaar zijn.