De Tweede Kamer heeft vanaf vandaag een commissie digitale zaken. Het wordt een ‘vaste’ commissie, zoals bijvoorbeeld Financiën en Binnenlandse Zaken al hebben. Vorig jaar concludeerde een onderzoekscommissie uit de Kamer dat alle commissies digitalisering ‘erbij’ doen zonder gespecialiseerde ondersteuning. Op die manier zouden veel vraagstukken overal een beetje aan bod komen, en nergens grondig.
Met de nieuwe commissie wil de Kamer meer greep krijgen op ontwikkelingen in de digitalisering, omdat die grote gevolgen hebben voor samenleving, werkgelegenheid, veiligheid en democratie.
In de commissie digitale zaken zitten onder anderen de nieuwe Kamerleden Barbara Kathmann (PvdA) en Queeny Rajkowski (VVD). Kathmann zei tegenover het NOS Radio 1 Journaal dat de coronacrisis nog eens duidelijk heeft gemaakt hoe belangrijk digitalisering is: “Zonder digitale collectiviteit geen onderwijs en eigenlijk ook geen zorg meer en je kunt ook je werk niet goed meer doen.”
Rajkowski (foto) wil prioriteit geven aan een visie op algoritmen en cybercriminaliteit. Als belangrijk punt van aandacht noemt zij ook hoe je veilig kunt ondernemen: “We moeten echt gaan nadenken over een langetermijnstrategie.”
In de Kamercommissie Digitale Zaken zitten verder de Kamerleden:
- Renske Leijten (SP),
- Lisa van Ginneken (D66)
- Mustafa Amhaouch (CDA)
- Danai van Weerdenburg (PVV)
- Kauthar Bouchallikh (GroenLinks)
- Lammert van Raan (PvdD)
- L.A.J.M. Dassen (Volt)
- Farid Azarkan (Denk)
iPoort
Petra Claessen, ceo van BTG/TGG en voorzitter van Stichting iPoort, is verheugd met de commissie DiZa. “Als vooorzitter van Stichting iPoort kijk ik er naar uit om met de leden van de vaste kamercommissie te gaan samenwerken. In ons laatste debat over een minister van digitale zaken hebben de voorgangers in de tijdelijke commissie een duidelijke boodschap achtergelaten: zorg voor structurele aandacht voor de impact van digitalisering op onze maatschappij, jaag aan, heb oog voor de risico’s maar ook voor de kansen van digitalisering. Wees kritisch en laat je niets wijsmaken. Niet door de markt, maar zeker ook niet door de regering.”