Lenneke de Voogd over de rol van BTG als bruggenbouwer, ook met kennisplatform
19 dec 2024Sinds kort maakt Lenneke de Voogd deel uit van het bestuur van BTG. Na haar voortrekkersrol binnen het Do IoT Fieldlab maakt ze tegenwoordig vanuit...
In de tien hoofdpunten van het gisteren door de fracties van PVV, VVD, NSC en BBB gepresenteerde hoofdlijnenakkoord, wordt nog nergens gesproken over digitalisering, terwijl dit een van de belangrijkste speerpunten van de Nederlandse economie is. Ook in de rest van het regeerakkoord komt het onderwerp nauwelijks ter sprake. We zien er naar uit dat de aspecten “digitalisering en technologie” stevig worden verankerd in het voorgestane beleid, stelt BTG-voorzitter Petra Claessen “en bij voorkeur vanuit een eigen Ministerie van Digitale Zaken”.
“Gelukkig onderkent de coalitie in haar akkoord het belang van een goede economie en vestigingsklimaat en wil het inzetten op innovatie”, aldus Claessen. Een gezonde economie en florerende bedrijven zijn noodzakelijk voor de welvaart in Nederland. Ondernemers zijn nodig om te investeren en zijn cruciaal voor onze samenleving.
Petra Claessen: Het hoofdlijnenakkoord stelt dat Nederland moet behoren tot de top 5 van de landen met een goede concurrentiepositie. Bedrijven moeten zich in Nederland willen vestigen en willen blijven. De positie van Nederland op het gebied van digitalisering en technologie staat stevig onder druk en heeft de volle aandacht nodig. Zaken als security, AI, connectiviteit en privacy vragen om snelle actie. We roepen het nieuw te vormen kabinet op om hier meer aandacht aan te besteden dan nu uit het akkoord blijkt. Uiteraard denken we als BTG, samen met onze stakeholders, graag mee om dit optimaal invulling te geven.”
Lees het hele hoofdlijnenakkoord hier
– Gebruik van AI (artificiële intelligentie) door de overheid biedt voordelen maar wordt ook aan voorwaarden gebonden zodat veiligheid, privacy en rechtsbescherming geborgd zijn. De overheid, waarbij de kennis van digitalisering moet worden versterkt, en de maatschappij worden weerbaar gemaakt tegen desinformatie en ‘deepfakes’.
– Bescherming van de nationale veiligheid en bestrijding van radicalisering en terrorisme zijn in handen van de veiligheidsdiensten en de NCTV. De bevoegdheden van de diensten in verband met de digitale ontwikkelingen worden in de wetgeving aangepast; de WIV wordt zo snel mogelijk geactualiseerd. Er komt onderzoek naar een veiligheidsorganisatie met taken en bevoegdheden als het DGSI in Frankrijk.
– De aanpak van digitale dreigingen door statelijke actoren en cybercriminelen wordt versterkt; intensieve samenwerking tussen overheid, veiligheidsdiensten, wetenschap en bedrijfsleven wordt bevorderd. Maximumstraffen voor cybercriminaliteit worden verhoogd. De bevoegdheden en middelen van de veiligheidsdiensten worden uitgebreid voor het tegengaan van economische spionage. Elektronica, zoals scanapparatuur, wordt afgebouwd in strategisch belangrijke sectoren en diensten vanuit landen met verhoogde spionagerisico’s. Spionage wordt strenger bestraft.
– De rechtspleging wordt sneller en effectiever door regie op de digitalisering door de Raad voor de Rechtspraak. Er komen meer prestatieafspraken in de strafrechtketen. Detentie wordt versoberd en moet effectief zijn.
– De beschikbaarheid van talent, versterking van de kenniseconomie, innovatie, en (digitale) infrastructuur krijgen prioriteit.