De politiek moet in actie komen om burgers te beschermen tegen uitdijende datahonger. Dit stelt de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB). Steeds meer bedrijven – en ook de overheid – houden in toenemende mate gegevens bij over burgers. Wat weten we eigenlijk over die dataverzamelende partijen? Wat gebeurt er met al die gegevens van burgers? En hoe kunnen we voorkomen dat datasturing ontspoort? Datasturing is daarom een politieke zaak, aldus de ROB.
Datasturing is niet neutraal, maar toch worden op basis van data over burgers steeds meer beslissingen genomen waarover partijen die sturen geen verantwoording afleggen. Het risico hiervan is dat datasturing ontspoort, zoals te zien bij de toeslagenaffaire. Het is daarom hoog tijd dat de politiek een democratisch proces inricht rondom datasturing, stelt de ROB in zijn advies ‘Sturen of gestuurd worden?’ Zo kunnen burgers profiteren van de kansen van datasturing, maar zijn zij volgens de ROB ook beschermd tegen de risico’s.
Te weinig zicht op datasturing door bedrijven en overheden
In zijn advies beschrijft de ROB dat burgers en hun volksvertegenwoordigers op dit moment te weinig zicht hebben op hoe bedrijven en de overheid omgaan met hun persoonlijke gegevens. Door een gebrek aan kennis bij de overheid en politiek over datasturing komt democratische controle onder druk te staan. Dit is een probleem, omdat grondrechten van burgers worden aangetast en grote (tech)bedrijven onevenredig veel macht krijgen.
De ROB wil dat burgers en volksvertegenwoordigers niet langer in het duister tasten over hoe overheid en bedrijven sturen met data. De oplossing is het organiseren van meer democratische controle door middel van openheid, transparantie en publieke verantwoording van overheid en bedrijven. Publieke verantwoording maakt het mogelijk tegenmacht te organiseren en versterkt de legitimiteit van sturen met data.
Concrete maatregelen
Voor een betere organisatie van publieke verantwoording moet het openbaar bestuur volgens ROB in actie komen. Het dient de kennispositie van bestuurders, volksvertegenwoordigers, ambtenaren en burgers te versterken, publieke waarden te vertalen naar een samenhangend beleid voor data-technologie en huidige verantwoordingsstructuren beter te benutten of deze zo nodig aan te passen of nieuwe structuren te creëren. Concrete eerste stappen die de raad hierbij ziet zijn onder meer:
- Zorg voor inhoudelijke expertise over data-technologie op het hoogste politiek-bestuurlijke niveau, verankerd in een verantwoordingsstructuur (zoals een minister voor Digitale Zaken).
- Dwing transparantie af door de positie van onafhankelijke waakhonden te versterken, zoals de Autoriteit Persoonsgegevens.
- Zorg voor een juridisch kader dat publieke waarden centraal stelt, zodat grote (tech)bedrijven ter verantwoording kunnen worden geroepen.
Petra Claessen, directeur BTG/TGG: “Dataverzameling biedt bedrijven en overheden interessante kansen en maakt innovatie mogelijk. Het verzamelen van gegevens is dan ook van een onmisbaar belang. Tegelijkertijd moeten de privacy en grondrechten van burgers gewaarborgd zijn. Het is dan ook noodzakelijk de juiste balans tussen voldoende ruimte voor dataverzameling en de bescherming van grondrechten te vinden. Een balans die enerzijds ruimte biedt voor innovatie, en anderzijds de rechten van burgers adequaat beschermt.”