Digitalisering heeft ingrijpende gevolgen voor hoe we leven, wonen en werken. Digitalisering staat dan ook aan de basis van veel van de ambities van het kabinet. De overheid wil digitale technologie verantwoord inzetten en goede dienstverlening bieden aan burgers en ondernemers. In de startbrief die deze week is aangeboden aan de Tweede Kamer introduceert staatssecretaris van Digitalisering en Koninkrijksrelaties Zsolt Szabó de komst van de nieuwe Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS). Burgers en ondernemers hebben recht op begrijpelijke en toegankelijke dienstverlening van de overheid en het contact met de overheid moet makkelijk zijn. De staatssecretaris benadrukt in zijn startbrief dat de overheid mensen wil bedienen als 1 overheid en niet als afzonderlijke organisaties.
Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering Zsolt Szabó: “De mensen op straat zien geen losse overheidsorganisaties maar alleen dé overheid. En juist deze mensen moeten het uitgangspunt zijn bij alles wat we als overheid aan digitale technologie inzetten.”
Om mensen in Nederland meer als 1 overheid te bedienen is het belangrijk dat er meer en een betere samenwerking komt tussen Rijksoverheid, provincies, gemeenten, waterschappen en publieke dienstverleners. Met een heldere richting voor hoe digitale technologie kan bijdragen aan onze samenleving. De Nederlandse Digitaliseringsstrategie geeft hier straks invulling aan. Als coördinerend bewindspersoon op het gebied van digitalisering neemt staatssecretaris Szabó hierin het voortouw.
De staatssecretaris gaat de komende periode met een groot aantal partijen in gesprek over de NDS. Van wetenschappers en ondernemers tot uitvoeringsorganisaties. In een 1e sessie op 4 november werden al verschillende onderwerpen besproken. Voorbeelden hiervan zijn de dienstverlening aan burgers en ondernemers, de verantwoorde inzet van Artificiële Intelligentie (AI), het samenwerken als 1 overheid en de veilige uitwisseling van data onder andere door meer standaardisatie.
De NDS heeft als doel om bestaande digitaliseringsplannen te verbinden en prioriteiten te stellen. De strategie biedt straks een helder overzicht met onderwerpen waarop de focus ligt en welke doelen hiermee bereikt worden. Tegelijkertijd zal het kabinet ook moeten inspelen op nieuwe technologische ontwikkelingen. Daarom zal er elk jaar waar nodig aanpassingen worden gedaan als ontwikkelingen rond digitale technologie hierom vragen.
BTG-voorzitter Petra Claessen reageert positief op de aankondiging van staatssecretaris Zsolt Szabó over de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS). “We zijn blij dat er concrete plannen liggen om digitalisering verder vorm te geven, met duidelijke aandacht voor samenwerking en verantwoorde inzet van technologie,” aldus Claessen.
Ze benadrukt dat de integrale aanpak, waarbij burgers en ondernemers één overheid ervaren, een belangrijke stap is in het verbeteren van de digitale dienstverlening. “Het is essentieel dat deze strategie niet alleen de overheid, maar ook bedrijven en maatschappelijke organisaties als BTG betrekt bij de verdere ontwikkeling. Digitalisering raakt ons allemaal, en een gezamenlijke aanpak is nodig om de kansen en uitdagingen optimaal te benutten.”
BTG ondersteunt de ambitie van de staatssecretaris om thema’s als AI, veilige data-uitwisseling en standaardisatie te prioriteren. Claessen voegt toe: “Deze onderwerpen zijn ook speerpunten binnen BTG. We dragen graag bij aan de gesprekken en de uitvoering van de strategie, zodat we samen kunnen bouwen aan een toekomstbestendige en inclusieve digitale samenleving.”
BTG kijkt met interesse uit naar de verdere uitwerking van de NDS en zal actief participeren in de komende gesprekken. “De aangekondigde aanpak om de strategie in fases te ontwikkelen is verstandig,” sluit Claessen af. “Digitalisering is dynamisch, en het is goed om flexibiliteit in te bouwen om te kunnen anticiperen op technologische ontwikkelingen.”
Het 1e werk aan de NDS is gestart en naar verwachting zal de definitieve versie in het voorjaar 2025 aan de Kamer worden aangeboden. Dit jaar ligt van september tot en met november de focus van de werkzaamheden op het opstarten en prioriteren (fase 1: het ‘wat’). Vanaf december ligt dat op het uitwerken en formaliseren (fase 2: het ‘hoe’).