De corona-app die minister De Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport afgelopen week in een persconferentie aankondigde, houdt de gemoederen goed bezig. Gisteren heeft de Universiteit Utrecht bekend gemaakt dat een groep van ruim zestig wetenschappers waarschuwt voor de gevaren van tracking-, tracing- en gezondheidsapps van de overheid bij de bestrijding van het coronavirus.
De wetenschappers roepen de regering met klem op om de grondrechten te waarborgen bij het design en de implementatie van zogenaamde corona-apps. Tevens stellen de wetenschappers dat het gebruik van deze apps niet verplicht mag worden gesteld. De effectiviteit en betrouwbaarheid van de trackingapp is volgens de groep wetenschappers van enorm belang, omdat ineffectiviteit en onbetrouwbaarheid juist kan leiden tot een groter risico op besmetting en schijnveiligheid.
Brief aan kabinet
In een brief aan het kabinet waarschuwen de wetenschappers dat een besluit over de apps niet alleen moet worden genomen door experts op het gebied van applicatieontwikkeling. Juist ook experts uit andere vakgebieden zoals kunstmatige intelligentie, ethiek, recht, sociale wetenschappen en gedragswetenschappen moeten betrokken worden bij deze beslissing. Prof. dr. José van Dijck: “Bij het bedenken van een exit-strategie uit de coronacrisis moeten technische oplossingen kunnen bogen op maatschappelijke inzichten, anders krijg je er geen draagvlak voor.”
Vehikel voor politiek beleid
Het was dr. Mirko Schäfer tijdens de persconferentie van minister De Jonge opgevallen dat technologie als een oplossing voor sociale en politieke vraagstukken wordt gezien. “Dat is een terugkerend fenomeen in de geschiedenis van (media)technologie. Minister-president Mark Rutte en minister Hugo de Jong vertoonden een schoolvoorbeeld van technocratisch beleid zonder enige kennis van technologie. Ik beweer niet dat een app niet zinvol kan zijn om de verspreiding van corona te beperken. Maar ik bekritiseer wat mij als mediawetenschapper opvalt en dat is het gebruik van techniek als een vehikel voor politiek beleid. Politici delegeren hun verantwoordelijkheden aan een soort black box. Ze riepen ‘app hier’ en ‘app daar’, maar wat de app eigenlijk zou moeten doen. Hoe de app zou moeten worden ingezet en onder welke voorwaarden was niet duidelijk.”
“De inzet van tracking- en tracingapps en gezondheidsapps is zeer ingrijpend”, aldus Schäfer. “Belangrijk is daarom dat kritisch gekeken wordt naar het nut, de noodzaak en de effectiviteit van dergelijke apps, alsook naar de impact ervan op het brede sociale systeem inclusief onze fundamentele rechten en vrijheden.”
Tweede initiatief
Een tweede initiatief is het manifest dat op 8 april verscheen waarin deskundigen op het gebied van informatietechnologie, computerbeveiliging, privacy en de bescherming van fundamentele grondrechten hun zorgen uiten over de tracking-app. Dit manifest is medeondertekend door wetenschappers van de Utrecht Data School. Zij willen voorkomen dat een dergelijke app onze mensenrechten schendt. De wetenschappers geven aan zich tegen implementatie van de apps te verzetten als deze uitgangspunten niet worden meegenomen door het kabinet.